
De Non Place is een situatie waarin de samenleving zich als een luchthaven gedraagt, een situatie waarin de mens niet zelf hoeft na te denken over welke positie hij inneemt maar voortdurend wordt geleid door routes, signalen, codes en data.
Mensen voelen zich steeds minder verbonden met plaats en ruimte en focussen alleen nog op de functionaliteit van een omgeving waarin ze zonder dat zij daar zelf bewust voor hebben gekozen in terecht zijn gekomen.
ARTWARE beschouwt Los Angeles als een uitgesproken Non Place. Het gebied waar de Los Angeles Metropolitain Area zich uitstrekt bestaat uit moerassen, zoutvlakten en woestijnen en werd veelvuldig geteisterd door aardbevingen en overstromingen van de Los Angeles River.
Het irrigatiesysteem van ingenieur William Mulholland, de Los Angeles River was onderdeel van de infrastructuur die ervoor zorgde dat aanzienlijke verbetering van de leefomstandigheden optrad. Toch kon niet worden voorkomen dat de stad rond 1950 volledig verpauperd raakte en in de jaren ’70 van de vorige eeuw de meest vervuilde stad ter wereld was.

In 1971 publiceerde het magazine New Society[1] onder de titel ‘Spontaneity and Space’ het Non Plan van de Amerikaanse architect Reyner Banham (1922-1988). Hij benaderde Los Angeles niet als plaats waar mensen zich blijvend op één plek vestigen, maar als het oermodel van een geplande en gecontroleerde infrastructuur waar alles is gericht op mobiliteit, tijdelijkheid en verplaatsing. Een soort nederzetting.
Banham beschreef de wisselende condities van hoe de mensen ergens zijn en benoemde vier verschillende ecologiën. De laatste ecologie ‘Autopia’ werd afgeleid van een attractie in Disneyland waar sinds 1955 speciaal ontworpen autootjes zich automatisch over een rails verplaatsen, als in een achtbaan. Kinderen en volwassenen trekken enthousiast aan het stuur of ze het idee hebben dat ze zelf bepalen waar ze heen gaan maar dat is niet zo want Autopia Self Car Drive is een volledig gesloten en van buitenaf gereguleerd systeem.
[1] New Society was een wekelijks verschijnend magazine dat de ontwikkelingen op meerdere gebieden beschreef. Zo waren sociologie, antropologie en psychologie terugkerende onderwerpen, naast de architectuur en literatuur (1962-1988)

Het See What Happens onderzoek heeft aangetoond dat de non place een interessante metafoor voor het kunstonderwijs kan zijn en mogelijkheden biedt om vanuit een noodzakelijkheid te komen tot effectieve vormen van leren. Niet het aanleren van kennis binnen een georganiseerd geheel, de klakkeloze acceptatie als aanpassingsstandaard, is maatgevend maar de inventiviteit waarmee wordt omgegaan in een omgeving die niet van tevoren is bepaald. De vraag die gesteld wordt is: hoe zijn we ergens? Of: wanneer zijn we nergens? En: met wie?
Het artikel ‘De didactiek van het nergens zijn’ dat in 2016 werd gepubliceerd in een uitgave van Sint Lucas in Gent, weerspiegelt de kernwaarde van dit ARTWARE-onderzoek.